In 1991 vormden Paul “Guigsy” McGuigan (basgitaar), Paul “Bonehead” Arthurs (gitaar), Tony McCarroll (drums) en Liam Gallagher (zang) de band The Rain. Ze begonnen op te treden in Manchester, en al snel veranderden ze de naam van hun band naar Oasis. Noel Gallagher bekeek zijn broer tijdens een optreden van Oasis, en stelde voor dat hij de gitarist en songwriter van de band zou worden. Met nummers van Noel op zak besloot de band commercieel succes na te streven.
De band begon steeds vaker op te treden, met in hun achterhoofd het vertrouwen in een platencontract. Uiteindelijk werden ze in mei 1993 in Glasgow door Alan McGee (van Creation Records) ontdekt, en sloten ze enkele dagen later hun eerste platencontract. Hun debuutalbum Definitely Maybe, uitgebracht in augustus 1994 en ondersteund door de singles Supersonic, Shakermaker, Live Forever en Cigarettes and Alcohol werd een groot succes, met name in het Verenigd Koninkrijk. Daar schoot het album meteen naar nummer 1 op de UK Album Charts. Bovendien werd het het snelst verkopende debuutalbum aller tijden in Engeland.
De band genoot van hun succes in Engeland, maar besefte tegelijkertijd dat er nog niet sprake was van groot internationaal succes. Na een slecht optreden in Los Angeles verliet Noel Gallagher de band, maar hij werd door een vertegenwoordiger van Creation Records overgehaald weer terug te komen.
In april 1995 bracht de band de succesvolle single Some Might Say uit. In aanloop naar de release van hun tweede album werd drummer Tony McCarroll vervangen door Alan White.
Oasis bevond zich in deze periode in een Battle of Britpop met rivalen Blur. Deze rivaliteit nam alleen maar toe toen de bands besloten een single op dezelfde dag uit te geven; Blurs Country House won uiteindelijk van Oasis’ Roll With It.
Oasis’ tweede album, (What’s the Story) Morning Glory?, was internationaal een groot commercieel succes, met meer dan 22 miljoen verkochte exemplaren. Singles van het album als Wonderwall, Morning Glory enChampagne Supernova deden het ook goed. Meer over Oasis lees je hier en hier.
